Video en film is voor een groot gedeelte het vastleggen en vervolgens weergeven van licht. Als je een film wilt maken, moet je dus wat dingen weten over licht en hoe je licht kunt beïnvloeden. In deze blog lees je over witbalans en lichtintensiteit. Geluid heeft een niet te onderschatten invloed op communicatie en sfeer in film maar de oorsprong van de film ligt in het beeld (denk aan de stomme films uit de jaren twintig waar alleen wat muziek en intertitels toegevoegd werd).

Licht valt door raam

Witbalans

Het licht buiten heeft een andere kleur als het licht wat een gloeilamp afgeeft. Het buitenlicht is over het algemeen blauwig, een gloeilamp geeft geel licht. Een wit voorwerp kleurt daarom buiten anders dan binnen bij kunstlicht. Onze ogen (of eigenlijk onze hersenen) compenseren dit automatisch. Wij beoordelen de kleur van een wit A4-tje zowel buiten als binnen als hagelwit, terwijl dit niet zo is! Pas bij extreem gekleurd licht wordt een wit A4-tje voor ons geel of groen enz. De meeste camera’s hebben een automatische witbalans. Deze werkt echter lang niet zo goed als die van onze ogen. Een camera “vergist” zich nog wel eens. Een opname buiten is dan veel te blauw of een opname binnen is veel te geel.

Bij dit shot is buiten gewit:

Witbalans instelling buiten

Bij dit shot is binnen gewit. Let op de blauwe gloed buiten:

Witbalans instelling binnen

Sommige camera’s hebben de mogelijkheid om handmatig de witbalans in te stellen. Je kunt de camera dan laten zien wat echt wit is. Vervolgens onthoudt de camera de witbalans, waardoor hij zich niet kan vergissen. Bij de meeste camera’s met handmatige witbalans moet je een knop indrukken terwijl je ingezoomd bent op een wit voorwerp. Overigens kun je met montage software the witbalans ook achteraf aanpassen. Dat is natuurlijk wel zonde van de tijd als het ook gelijk goed had gekund.

Lichtintensiteit

Onze ogen zijn in staat met grote verschillen in lichtintensiteit om te gaan. Videocamera’s hebben daar meer moeite mee. Veel licht is niet snel een probleem. Weinig licht echter wel. Een camera kan weinig licht op verschillende manieren compenseren. Zo kan het diafragma volledig open gezet worden, kun je de sluitertijd verlengen of kan het beeld elektronisch versterkt worden. Deze methoden hebben echter zo hun nadelen; een groot diafragma betekent een kleine scherptediepte, een lange sluitertijd resulteert in onscherp beeld bij snelle (camera)bewegingen en te veel beeldversterking geeft beeldruis (korrelig beeld). Zelfs wanneer een groot diafragma gecombineerd wordt met een lange sluitertijd en beeldversterking, kan dit in bepaalde situaties nog niet voldoende zijn.

De beste oplossing voor weinig licht is daarom compenseren met kunstlicht. Een bouwlamp (liefst dimbaar) kan het lichtniveau al aardig opkrikken. Mooier is het om speciale videolampen/ spots op statief te gebruiken. Voordeel van dit soort spots is dat je echt kunt belichten (met spots een mooier plaatje maken) in plaats van alleen verlichten (alleen het lichtniveau omhoog brengen).

Wil je meer tips lezen hoe je zelf een film maakt? Lees “Zelf bedrijfsfilm maken, tips & tricks”.

Klaas Pelser