Filmen is keuzes maken. Keuzes in kaders en cameraposities bijvoorbeeld. Moet ik een totaal opname maken van een situatie of een close-up? Hoe positioneer ik de spreker in het beeld? Elke keuze heeft invloed op hoe het uiteindelijke resultaat overkomt op de kijker. Hieronder volgen enkele tips.
Totaal of close up.
Een totaalshot is een shot waarin de totale situatie zichtbaar is. Mensen zijn van top tot teen in beeld. Zo’n beeld schiet je als openingsbeeld van een scene zodat de kijker zich kan oriënteren. De kijker kan kiezen waar hij naar kijkt. Je dringt hem niets op. Bij een close-up ontbreekt het overzicht. Je dwingt de kijker met een close-up naar een detail te kijken. Hij heeft geen keus. Met een close-up beaccentueer je een specifiek detail, bijvoorbeeld een gezicht of de handen.
Een close-up is spannend. Het roept vragen op bij de kijker. Daar kun je als filmmaker mee spelen. Wanneer in een interview een close-up een afwisseling is op een mediumshot (spreker van riem tot kruin in beeld), kun je de close-up gebruiken om een bepaalde opmerking van de spreker te onderstrepen. Wanneer je 4K filmt kun je meestal achteraf nog kiezen voor een close-up. Afhankelijk van de media waarop je productie getoond zal worden, kun je zonder kwaliteitsverlies bij de montage een uitsnede van het beeld maken.
Positionering personage in beeld.
Voor de positie in verticale richting kun je de volgende vuistregel hanteren: plaats de ogen op 1/3 tot 1/4 van boven. Plaats je de ogen lager dan lijkt een persoon, zeker bij een medium of closer, snel op een kabouter (als dat is wat je wilt, dan heb je ook gelijk een tip hoe je dat moet doen).
Een vuistregel voor de positie in horizontale richting is de volgende: plaats iemand rechts in beeld als hij links langs de camera kijkt en andersom links als hij rechts langs de camera kijkt. Hoe verder een persoon gedraaid staat ten opzichte van de camera, hij verder je hem uit het midden plaatst. Je zorgt eigenlijk voor kijkruimte voor het personage. Als iemand in de lens kijk, plaats je hem of haar in het midden van het beeld.
Cameraposities: hoogte.
Ook de positie van de camera in hoogterichting heeft invloed op hoe de kijker de film beleeft. Schiet je op ooghoogte van het personage (let op, dit kan afwijken van de ooghoogte van de cameraman/ vrouw) dan geeft dat een neutraal beeld. Je voegt geen extra betekenis toe. Film je van boven (vogelperspectief) of van onderen (kikvorsperspectief), dan voeg je wel betekenis toe. Het resultaat is vrij voorspelbaar; met een vogelperspectief kijk je neer op iemand. Kikvorsperspectief laat iemand groot en machtig overkomen.
Wil je meer tips lezen hoe je zelf een bedrijfsfilm maakt? Lees “Zelf bedrijfsfilm maken, tips & tricks”.
Klaas Pelser